Sen Monorom: de woestijratten 5 februari

4 februari 2014 - Krong Saen Monourom, Cambodja

Sen Monorom : de woestijnratten

 

Aarzelend kwam Rene af of we toch niet weer naar de ongerepte oostelijke provincie Mondulkiri zouden trekken, het is er zo anders, wouden, bossen. Daar is ook bijna geen toerisme. Planning weer aangepast, hotelletje en bus geboekt en de volgende dag kwamen we zonder problemen in het stadje Sen Monorom aan. Het zag er wel weer rommelig uit zoals in Banlung. Geen tuk tuk maar we werden elk als duo-zit achter op de moto naar onze bestemming gebracht. Wat was ze breed die zand-straat, precies een autosnelweg maar vooral rood en opstuivend telkens een voertuig je kruiste of voorbijstak. Je zag absoluut niks meer tot de rode wolk zich oploste, neus en ogen vol stof en de rit was niet zo kort...

Leuk hotelletje in bungalowstijl rond mooie en verzorgde tuin. Onder een prachtig rode Bougainvillee bevond zich een deurloze en raamloze eetruimte. Het was blijkbaar een gevecht om de zware houten meubels van hun rode stof te ontdoen. Je werd het wel gewoon dat je schoenen, kleren of armen, je boek je rugzak allee alles onder het rode stof zat. Het was wel tof dat er witte handdoeken op de kamers voorzien waren.

De dag erop gingen we de brousse in met de brommer. Voor een trekking door de bossen stonden we niet zo te springen en een olifantentocht leek ook niet zo ons ding. We hadden een doel, een waterval op 35km. We reden de rode aarden weg op en werden in een minimum van rijd omgetoverd tot rode zandstuivers. Onderweg merkten we dat de ontbossing eveneens intens onefficient was, de wegkant was een chaotische boel met resten van boomstronken, uit de hand lopende struikgewassengroei en kale afgestookte plekken. Wel waren er hier en daar al volwaardige grote rubberplantages te zien. Potjes om de latex op te vangen mooi op zelfde hoogte aan de stam gebonden. Vele jonge boompjes die later hun dienst zullen bewijzen waren aangeplant.

Naarmate we verder reden kregen we meer en meer de oorspronkelijke vegetatie te zien, teak bomen en andere niet te definiëren flora. Dit gebied is ondertussen beschermd. Af en toe halt houden om even een gebarenklapke te doen met de passerende bevolking, met of zonder koe. We vroegen ons af wat die op reuze schorseneren lijkende wortels waren die door in kleurige stoffige outfits uitgedoste juffrouwen en dames( zullen we maar zeggen) met hopen geschild werden, in stukken gehakt en daarna open gespreid te drogen gelegd. De vlotte jonge dame van 20 deed het woord en sprak een mondje Engels. En als ik, niet wawa engelse antwoorden gaf dan verstond ze mij ook, ik sprak dus te vlug. Maar na die leuke conversatie met het giechelende groepje wisten we nog niet waarvoor die wortelen dienden. We vroegen het later aan onze huisbaas die ons wist te vertellen dat het gemalen werd tot meel, ontgift en dan kon het dienen om in de voeding te verwerken.

De waterval was niet van de spectaculairste maar lag in een oase van rust en groen. Even verpozen en profiteren van de frisheid die het neerstortende water als een natuurlijke airco over ons deed waaien.

Klim naar de parking en weg terug door het geelrode Sahara zand. We begrepen nu ook wel dat het voor al die mensen en kinderen onmogelijk was om er proper bij te lopen. Rene was ineens nen echte rosse, en dan dat rood glunderend gezicht...wat zagen we er  weer uit toen we de moto voor de  bougainvillee parkeerde!

We hebben wel een extra witte handdoek bij gevraagd...

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Kirstie:
    9 februari 2014
    Vergeet geen foto te maken van een 'rosse' opa ;)
  2. Marijke Degrauwe:
    9 februari 2014
    Aparte wereld, staat ver van ons af. Zoveel indrukken die je niet snel zal vergeten. Het rode zand, ik zou al gigantische niesbuien krijgen denk ik.
    Hier doet een griepje de ronde en ik heb toch wel prijs zeker, dat was wel heel lang geleden. Dus gezond uitzieken maar.
    Dikke kus